Stage (rechtspositie)

Datum laatste wijziging: 21 februari 2023  |  Trefwoorden: , ,

Inhoud

  1. Inleiding
  2. Rechtspositie
  3. Loonheffing
  4. Werktijden
  5. Verzekeringen
  6. Hoogte vergoeding
  7. Buitenlandse stagiairs
  8. Afdrachtvermindering
  9. Belangenbehartiging
  10. Traineeship
  11. Illegalen
  12. Onbetaalde stage mag
  13. CNV Jongeren wil stagiair in CAO
  14. Naslag
  15. Stage lopen: leerzaam of goedkope werkslaaf?
  16. Stagepact MBO 2023-2027: stage lopen mag geen geld meer kosten

Inleiding

De meeste studenten (MBO, HBO, Universitair) lopen tijdens hun opleiding een of meerdere stages*. De stage vormt dan ook een belangrijk deel van de opleiding en is bedoeld om te leren hoe het in een bedrijf of instelling toegaat c.q. het opdoen van werkervaring.

* Binnen het MBO wordt een stage tegenwoordig beroepspraktijkvorming (bpv) genoemd.

Rechtspositie

In juridische zin - het begrip stage-overeenkomst heeft geen wettelijke grondslag - zijn er voor stagiairs de volgende overeenkomsten mogelijk:
  • arbeidsovereenkomst: allereerst kan met een stagiair een (tijdelijke) arbeidsovereenkomst zijn afgesloten. Dit houdt onder meer in dat er sprake is van een gezagsrelatie en de stagiair ten minste het minimumloon moet verdienen, zie Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag (WML);
  • fictieve dienstbetrekking: vaker komt het voor dat er in plaats van een arbeidsovereenkomst een leer-, stage-, of praktijkovereenkomst wordt afgesproken met een daarbij horende vergoeding, die als regel onder het minimumloon uitkomt, zie Fictieve dienstbetrekking en opting-in;
  • stage-overeenkomst zonder vergoeding: als de stagiair geen beloning voor de verrichte arbeid ontvang, is er noch sprake van een arbeidsovereenkomst noch van een fictieve dienstbetrekking.
NB: Een stagevergoeding kan invloed hebben op de studiefinanciering of en/de kinderbijslag.

Loonheffing

  • is een arbeidsovereenkomst afgesloten, dan worden op het loon van de stagiair loonbelasting/premies volksverzekeringen en Zorgverzekeringswet ingehouden (zie site UWV);
  • hetzelfde geldt voor een leer- of stage-overeenkomst;
  • soms wordt de stagevergoeding rechtstreeks naar de onderwijsinstelling van de stagiair overgemaakt ten behoeve van algemene schoolactiviteiten of een stagefonds. Op het loon van de stagiair wordt nu geen loonheffing ingehouden, zolang de stagiair zelf maar geen loon/vergoeding ontvangt. De onderwijsinstelling moet hierover een administratie bijhouden.
Zie voor meer informatie de site van de Belastingdienst.

Werktijden

De Arbeidstijdenwet geldt voor iedereen die bij een organisatie werkt, dus de werknemers en ook stagiairs, uitzendkrachten en gedetacheerden.

Verzekeringen

  • de stagiair met wie een arbeidsovereenkomst is afgesloten, is - net als alle andere werknemers - verzekerd voor de WW, WIA  en Zorgverzekeringswet;
  • bij de fictieve dienstbetrekking is de werknemer verzekerd voor de Ziektewet en de Wet Wajong, de stagiair betaalt hiervoor geen premie;
  • stagiairs met een stage-overeenkomst zonder vergoeding zijn verzekerd voor de Wet Wajong, zij betalen hiervoor evenmin premie.
Uit jurisprudentie valt op te maken dat de werkgever met betrekking tot de veiligheidsvoorschriften stagiaires gelijk dient te behandelen als de werknemers. Laat de werkgever dit achterwege dan loopt hij het risico aansprakelijk te worden gesteld voor eventueel geleden schade opgelopen tijdens het uitoefenen van de stage. (Bron en meer: FNV-jong)

Hoogte vergoeding

De hoogte van de stagevergoeding hangt af van het opleidingsniveau:
  • MBO: op MBO-niveau zijn bedrijven, instellingen en organisaties niet verplicht om een vergoeding te betalen aan de stagiair, maar meestal wordt er wel een stagevergoeding betaald, zeker bij grote organisaties en bedrijven. Voor MBO ligt de stagevergoeding tussen € 136 tot € 227 bruto per maand. Een student kan ok in aanmerking komen voor een reiskosten vergoeding, bijvoorbeeld dat iemand geen OV-kaart heeft of dat hij ver moet reizen naar de stageplaats;
  • HBO: de vergoeding ligt gemiddeld op € 136 tot € 227 bruto per maand. Deze vergoedingen hebben betrekking op een stage in het tweede of derde jaar van de opleiding. Voor een afstudeerstage (4-de jaar) ligt het gemiddelde op € 227 tot € 363 bruto per maand;
  • WO: de stagevergoeding ligt gemiddeld hoger dan op HBO-niveau, namelijk tussen bruto € 227 tot € 454 per maand. Voor IT´ers ligt de gemiddelde stage vergoeding wat hoger. Dit heeft te maken dat er veel vraag is naar IT´ers, de gemiddelde stagevergoeding ligt voor IT-ers tussen de € 275 en € 450 bruto per maand. (Bron: Stagemotor.nl)
  • De stagevergoedingen bij de overheid zijn iets hoger.

Buitenlandse stagiairs

Met ingang van 1 november 2008 moet een Nederlandse werkgever die een buitenlandse student van buiten de EU in Nederland een stageplaats aanbiedt, een stagevergoeding betalen van minimaal 50% van het minimumloon. Dit bedrag geldt voor iedere stagiair, ongeacht de leeftijd van de stagiair en ongeacht de vraag of het een deeltijd- of voltijdsstage betreft; eventuele kosten van huisvesting, reiskosten en vergoeding van kleding et cetera mogen niet van dit bedrag worden afgetrokken. De stagiair moet beschikken over een tewerkstellingsvergunning, zie Buitenlandse werknemers.

Over de stagevergoeding van een buitenlandse stagiair die in Nederland woont en studeert c.q. stage loopt, wordt premie Volksverzekeringen ingehouden. Hij is hiervan tot zijn 30ste jaar vrijgesteld.

Afdrachtvermindering

Onder voorwaarden kan de werkgever gebruik maken van de regeling afdrachtvermindering onderwijs, zie de betreffende subrubriek.

Belangenbehartiging

Afhankelijk van het niveau en soort opleiding zijn er diverse belangenorganisaties voor scholieren/studenten. We noemen het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) en de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB). Voor HBO en universitaire studenten zijn er vele organisaties die opkomen voor hun belangen, dat zijn onder meer het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) en de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb), deze en andere organisaties treft u aan bij Wikipedia.

Traineeship

Een traineeship is niet hetzelfde als stage. Traineeship wordt na het beëindigen van een studie/opleiding verricht, een stage maakt onderdeel uit van de studie.
Een traineeship duurt doorgaans twee jaar en bestaat uit een combinatie van werken en leren. Tijdens het traineeship krijgen pas-afgestudeerden HBO/WO-ers als regel diverse projecten uit verschillende onderdelen van de organisatie. Het uiteindelijke doel is de aanstelling. Voor organisatie is een traineeship een middel om zich te profileren onder jonge talentvolle starters.

Illegalen

Vanaf mei 2012 mogen illegalen in het kader van hun beroepsopleiding stage lopen, zie subrubriek Koppelingswet. Het Stoutfonds, in 2011 opgericht om de boetes te betalen voor werkgevers die stages aan deze illegale jongeren, wordt nu overbodig, zie Einde Stoutfonds in zicht.

Onbetaalde stage mag

De groeiende groep afgestudeerden die na hun studie nog onbetaald als stagiair aan het werk gaat, vormt volgens minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geen enkel probleem. Zorgen over oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt, waardoor er verdringing ontstaat, wuift Asscher weg. Stages zijn in zijn ogen werkplekken die anders niet hadden bestaan. „Deze plekken komen niet tot stand als de werkgever geen stagiair heeft. Er is evenmin sprake van een verplichting om de stagiair een vergoeding te betalen in het kader van een stage-overeenkomst”. Volgens FNV Jong heeft de minister het niet helemaal begrepen. (Bron: Spits, 25 sept. 2013)

CNV Jongeren wil stagiair in CAO

Uit onderzoek van CNV Jongeren blijkt dat in het 39 van de 63 grootste CAO’s niets over stagiairs vermeld staat. Volgens de jongerenvakbond is dit een kwalijke zaak, omdat stagiairs op die manier geen enkele zekerheid hebben over loon of aansprakelijkheid. “Het gebeurt maar al te vaak dat een stagiair tegen een schijntje moet werken of krassen op de bedrijfsauto zelf mag vergoeden”, aldus voorzitter Michiel Hietkamp. De jongeren willen dat stagiairs worden opgenomen in elke CAO. (Bron: CNV Jongeren, aug. 2014)

Naslag

Meer informatie is te vinden in Handboek Loonheffingen. Ga naar subrubriek Loon- en inkomstenbelasting en klik bij Handboeken Loonheffingen op het door u gewenste jaar.

Stage lopen: leerzaam of goedkope werkslaaf?

Een stage hoort leerzaam en inspirerend te zijn. Toch hoor je steeds vaker dat het meer een verkapte werkplek is waar je geen cent voor krijgt, maar wel een bak ervaring voor moet hebben. Maandag 14 augustus 2017 ontstond een pittige discussie op Twitter over #stageleed, waar uiteindelijk demissionair minister Lodewijk Asscher zich in mengde.

De discussie begon met een Twitterbericht van Esther Crabbendam van FNV Jong, die voorstelde om een blog te starten over stageleed. Het idee kwam voort uit een zoveelste vacature voor een onbetaalde stageplek die meer op een verkapte werkplek lijkt. Dit keer was het een stage bij Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. (Bron: Metro, 13 jun. 2017)

Stagepact MBO 2023-2027: stage lopen mag geen geld meer kosten

Mbo’ers krijgen een passende onkostenvergoeding. Dat is één van de maatregelen in het ‘Stagepact MBO 2023-2027’, waarin verschillende partijen harde afspraken hebben gemaakt om de positie van mbo-studenten te verbeteren.

Onder meer studentenorganisaties, mbo-scholen, vakbonden, werkgeversorganisaties en ministeries hebben hun handtekening gezet onder het stagepact (pdf), waardoor zij zich committeren aan ruim 50 maatregelen die de positie van mbo-stagiairs moeten verbeteren. Het stagepact komt voort uit het coalitieakkoord en is onderdeel van de bredere ‘Werkagenda MBO 2023-2027’, dat het mbo in het geheel verder moet verbeteren en ontwikkelen. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft tot 2027 € 30 miljoen beschikbaar gesteld voor de maatregelen in het stagepact.

Stage lopen mag geen geld meer kosten

De maatregelen in het stagepact richten zich op vier hoofdthema’s:

  • Bieden van een passende vergoeding. De norm wordt dat leerbedrijven stagiairs minimaal een volledige onkostenvergoeding (ook voor reizen) betalen, waardoor studenten geen geld meer kwijt zijn aan stage lopen. Ook worden publieke en private werkgevers gestimuleerd om afspraken over passende stagevergoedingen vast te leggen in een cao of arbeidsvoorwaardenreglement. Studenten die werken en leren combineren, krijgen naast een stagevergoeding ook een arbeidscontract dat minimaal voldoet aan de wettelijk vastgestelde bedragen.
  • Verbeteren van stagebegeleiding. Onder andere door meer persoonlijk contact tussen het leerbedrijf, de begeleider vanuit school en de student. Het uitgangspunt wordt dat er per stage ten minste drie contactmomenten zijn, waarvan minimaal één op locatie bij het leerbedrijf. Ook gaat de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) (startende) leerbedrijven beter begeleiden.
  • Uitbannen van stagediscriminatie. Er wordt onder meer kennis opgebouwd over het (h)erkennen, voorkomen en aanpakken van stagediscriminatie. De sociale norm moet zijn dat discriminatie verboden en onwenselijk is en leerbedrijven moeten beleid hebben voor een sociaal veilige werkomgeving. Ook wordt er meer werk gemaakt van stagematching; het objectief matchen en plaatsen van studenten bij een stageplek.
  • Realiseren van voldoende stageplaatsen. Via de subsidieregeling praktijkleren kunnen leerbedrijven subsidie krijgen voor de begeleiding van BBL-studenten. Het bedrag per student is echter afhankelijk van het maximale subsidieplafond. Het streven is om voor elke praktijkleerplaats van 40 weken het maximale subsidiebedrag van € 2.700 uit te keren.

Wijziging wet- en regelgeving is niet uitgesloten

De betrokken partijen verwerken de afspraken uit het stagepact in de al bestaande afspraken en werkwijzen. Onder leiding van het ministerie van OCW worden de effecten van de maatregelen de eerste twee jaar gemonitord. Als blijkt dat het stagepact geen positief effect heeft, worden de maatregelen heroverwogen, waarbij de stap naar nieuwe wet- en regelgeving niet is.